Herwaardering van ‘kunde’ in een kenniseconomie

Had ik maar een vak geleerd”, hoor ik mijzelf steeds vaker zeggen. Aan mijn wetenschappelijke opleiding had ik niet veel toen we onze keuken verbouwden en ook voor het thuisonderwijs moet ik alle zeilen bijzetten. Als deze crisis iets heeft duidelijk gemaakt, dan is het wel dat onze veel gewaardeerde ‘kenniseconomie’ niet kan bestaan zonder de kundige mensen die theorie naar praktische zaken kunnen vertalen.

Cruciaal’ of gewoon hard nodig
We hebben praktische beroepen die pre-corona onderaan de piramide staan en het minst gewaardeerd worden nu het hardste nodig. Waar mensen in theoretische beroepen al maandenlang veilig thuiswerken, staan bouwvakkers, verplegers, docenten, magazijnmedewerkers en pakketbezorgers iedere dag voor ons aan de frontlinie. Als ‘cruciaal’ bestempeld of niet en zonder te klagen. Want crisis of geen crisis, er moet meer gebouwd worden dan ooit en online winkelen lijkt een nieuwe basisbehoefte te zijn geworden. Toch lijken we er geen cent meer voor over te hebben. Liever zitten we voor een dubbeltje op de eerste hulp en bestellen we liever bij Ali dan de lokale middenstand te ondersteunen. Het zorgpersoneel draagt de zwaarste last in deze crisis, omdat er jarenlang op is bezuinigd en er nauwelijks meer personeel over is. Je zou zeggen dat nu toch wel evident is dat de zorg en onderwijs het laatste is waar je op moet bezuinigen en toch blijft wezenlijke verandering uit. Het applaus is inmiddels lang verstomd..

Accentverschuiving
Het wordt tijd voor een fundamentele herwaardering van de beroepen en de mensen die erin werkzaam zijn, passend bij wat onze samenleving nu en de komende decennia nodig heeft. Meer veerkracht, betekenis, leven in directe verbinding met elkaar, de natuur en onze omgeving. Een samenleving die de beschikbare grondstoffen en materialen optimaal en steeds weer opnieuw weet te benutten en waarde creëert. Dat vraagt niet om nog meer plannen- en beleidsmakers, maar doorvertalers van beleid naar de praktijk en voldoende ‘kunde’ capaciteit om het uit te voeren. Een accentverschuiving van kennis naar kunde.

De beweging komt ‘van onderen’
Aansluitend op de transitiemanagement ‘theory of change’, komt de benodigde verandering waar we voor staan niet van boven, maar van de ‘commons’, een beweging van burgers en mensen uit de praktijk die concrete ideeën hebben over hoe het anders moet en beter kan. Zij geven richting aan nieuw beleid, niet de bestuurders in hun ivoren toren. Deze beweging van de commons is al in de samenleving te zien, zeggen ook Jan Rotmans en Derk Loorbach van Drift, denk aan energie coöperaties, deelconcepten in de buurt en de aanleg van voedselbossen.

Aftoppen
De opkomst van ‘de commons’ samen met de noodzaak voor meer praktijk gerelateerde kunde zet de piramide met onze vastgeroeste ideeën over waarderen op z’n kop, nu langer doorstuderen niet meer salaris oplevert dan bouwen, (ver)maken, koerieren of zorgen. Dit hoeft niet per se te betekenen dat theoretische beroepen minder gewaardeerd moeten worden of verdienen, maar wel dat praktische beroepen veel meer waardering en aanzien verdienen. Waar dat dan vandaan moet komen? Dat is niet moeilijk. Bovenaan de top, daar waar de verhouding tussen de vergoeding en de geleverde bijdrage buiten alle reële proporties is. Wat doe je met een plant wiens bovenkant buitenproportioneel meer groeit dan de rest? Precies, aftoppen maar.